De eindbalans van 2022-2023
|
Waterpoort Boys
Derde klasse A - zaterdag Competitie: 6e plaats - 38 punten uit 26 duels Districtsbeker noord: uitgeschakeld in de 1e ronde van de KO-fase door Zeerobben 📸 Henk van der Veer
Met een doldwaze promotie-/degradatieregeling waarbij drie clubs rechtstreeks degraderen en drie er om moesten spelen, was handhaving bij het gepromoveerde Waterpoort Boys in eerste instantie doelstelling nummer één. Op enig moment draaide het op Sportcentrum Schuttersveld echter zo goed dat men stilaan - en een enkeling zelfs hardop - begon te dromen van promotie naar de tweede klasse. Die droom bleek bedrog, want na de winter presteerden de manschappen van oefenmeester Sido Postma een stuk wisselvalliger en moest men het leidende duo langzaam maar zeker laten gaan.
Het was een proces dat men vaker bij gepromoveerde clubs ziet. Een eerste seizoenshelft waarbij men als de grote onbekende weet te verrassen gevolgd door een tweede, waarin het opeens een stuk moeizamer draait om maar te zwijgen van het tweede seizoen, waarin veel gepromoveerde clubs het doorgaans heel moeilijk hebben en vaak tegen degradatie vechten. Dat laatste is niet meer de zorg van trainer Sido Postma. Club en trainer besloten in december van het vorig jaar dat het genoeg was geweest, waarna Waterpoort Boys met de aanstelling van Jan Vlap vriend en vijand verraste. De eerste bekerwedstrijd tegen het uit de vierde klasse gedegradeerde HJSC leverde geen verrassing op. De tweede poulewedstrijd tegen de nieuwe club van Postma i.c. IJVC - in het komende seizoen competitiegenoot van Waterpoort Boys - daarentegen wel, want in dat duel wisten de gele hesjes pas op de valreep een nederlaag te voorkomen. Vervolgens werd het derde bekerduel tegen Irnsum bij een stand van 0-2 in het voordeel van Waterpoort Boys gestaakt. Later werd die stand als eindstand aangemerkt met als gevolg dat de Sneker squadra zich voor de eerste KO-ronde plaatste. Daarin bleek tweedeklasser Zeerobben een klein maatje te groot. In de competitie bleek Waterpoort Boys een klein maatje te groot voor Oudehaske en Scharnegoutum ’70. In speelronde drie ging het tegen CVVO echter mis, waarna men in de volgende drie duels zeven punten wist te bemachtigen. Vervolgens liep men tegen DWP continue achter de feiten aan, maar toen men zich tegen koploper SC Bolsward revancheerde en vervolgens ook met duidelijke cijfers van Oeverzwaluwen won, vond Waterpoort Boys zichzelf zelfs op de eerste plaats terug. Die plek moest men met een nederlaag tegen Heerenveense Boys weer verlaten en die kreeg men ook na de zege op Heeg niet terug, al speelde Waterpoort Boys in die wedstrijd naar later bleek wel zijn beste voetbal van het seizoen. Dat niveau wist men in eerste vijf duels na de winterstop niet te evenaren. Daarin bleef de oogst dan ook beperkt tot vijf punten, al was de winst in Easterein nog wel redelijk overtuigend, iets wat ook gold voor de zege op Nijland, De overwinning op het al vroeg gedegradeerde SF Deinum was daarentegen niet verdiend, waarna de remise bij SC Bolsward de pijn van het verlies van een week eerder enigszins verzachtte. De resultaten tegen Oeverzwaluwen, Heerenveense Boys en CVVO vielen daarentegen tegen en daardoor werd deelname aan de play offs om lijfsbehoud aan de lange stamtafel in clubhuis “Ons Doel” opeens onderwerp van gesprek. Dat issue werd met de overwinning op Heeg definitief van de agenda afgevoerd, waarna de laatste twee nederlagen eigenlijk symptomatisch voor de tweede seizoenshelft waren. Jan Vlap, gewend aan de top, krijgt niet alleen te maken met een ander niveau maar ook met het symptoom dat het tweede seizoen vaak een stuk lastiger is. Daarbij kan hij niet meer een beroep doen op Stefan Kroon, Robert Minks (beide gestopt) en Dennis Niemarkt (Blauw Rood ’20). Hun plekken worden komend seizoen door een aantal “jonge honden” ingenomen en zij zullen voornoemd symptoom samen met de “gevestigde orde” moeten bestrijden, iets wat met opnieuw een versterkte promotie-/degradatieregeling en met de toetreding van “grootmachten” als Balk, SC Joure en Workum lastig genoeg gaat worden. Als er echter één is, die weet hoe de hazen wat dat betreft lopen, dan is het de trainer met de naam van werelds meest beroemde konijn wel. Black Boys
Vierde klasse A - zondag Competitie: 9e plaats - 22 punten uit 22 duels Districtsbeker noord: uitgeschakeld in de poulefase Nacompetitie om lijfsbehoud (o.b.v. eindrangschikking): verliezend finalist en derhalve gedegradeerd 📸 Nico Altenburg
In voorgaande jaren wist men bij Black Boys de dans om een stoel in de vierde klasse of op eigen kracht, of dankzij puntenaftrek voor een tegenstander steeds te ontlopen. In deze jaargang was er met de versterkte promotie-/degradatieregeling echter geen ontkomen aan. Hoewel men de eerste ronde van de nacompetitie om lijfsbehoud nog vrij gemakkelijk wist te overleven, liep het avontuur voor de bijna honderdjarige in de finale tegen FC Kraggenburg op schipbreuk uit.
Black Boys begon in de voorbereiding met een fikse nederlaag. Op 21 augustus van het vorig jaar bleek RKO, de club van oud-trainer Ed Laagland, met 5-1 te sterk. Vervolgens oefende en bekerde men tegen Lemmer. Beide duels eindigden in een ruime overwinning voor de “Men in Black”, waarna het inmiddels naar de vierde klasse gepromoveerde Blauwhuis en derdeklasser RENADO in de beide andere poulewedstrijden net te sterk waren. Die resultaten gaven hoop, vooral als men bedenkt dat Kemo Jobarteh en Ahmed Youssif tegen de groenhemden uit Blue Home City tegen een rode kaart aanliepen, iets wat nadien alleen nog Mladen Dubravac en Jappie Booij zou overkomen. De rode kaart die de supervisor tegen het einde van de finale van de nacompetitie voor “openbare geweldpleging” kreeg, werd overigens door de KNVB geseponeerd De resultaten in het seizoen 2022-2023 bleven daarentegen overeind staan en die waren aanvankelijk niet echt hoopgevend, al was de nederlaag in en tegen Oldeboorn in de week van de scheidsrechter volstrekt onnodig. Dat verlies werd een week later tegen Tijnje rechtgezet, waarna de uitwedstrijd tegen De Sweach helaas geen punten opleverde. De in Sneek gespeelde uitwedstrijd tegen SC Terschelling alsmede de krachtmetingen met Nieuweschoot, Blue Boys en Warga leverden daarentegen acht punten en een zitplaats op de bagagedrager van de middenmoot op. In de periode dat er doorgaans cadeautjes worden uitgedeeld, zat er voor Black Boys louter en alleen zout in de schoen en ook in de eerste twee duels na het Opa de Vries Zaaltoernooi tegen Zevenhuizen Oldeboorn was de opbrengst nul. Die leek ook in en tegen Tijnje nihil te worden. Na rust redde Ahmed Yousif echter alsnog een punt, waarna men in de returns tegen Nieuweschoot en SC Terschelling opnieuw het hoofd moest buigen. In de volgende serie van vier duels zette men met een opbrengst van zeven punten waarbij vooral de productieve bui van Yousif tegen SV THOR opviel, rechtstreekse handhaving nog even op de agenda maar na een oorwassing tegen kampioen FC Harlingen viel deze keer aan de postnatale strijd om lijfsbehoud niet te ontkomen. In die strijd wist men de eerste klip i.c. JVV uit het Groningse Jipsingboertange nog te omzeilen, al werd men daarbij nadrukkelijk geholpen door een rode kaart en door vier treffers van de voet van Yousif. Laatstgenoemde liet een week later bij zo’n beetje de enige kans die Black Boys in de finale tegen FC Kraggenburg kreeg, echter na om de Snekers op gelijke hoogte te brengen en daarmee werd in Lemmer het lot van de bijna honderdjarige Sneker volksclub bezegeld. Black Boys brengt derhalve het allerlaatste jaar van zijn bestaan door in de vijfde klasse oftewel de kelder van het amateurvoetbal. Daarin hoopt men een meer vooraanstaande rol te spelen dan in de voorbije jaren, toen men in de vierde klasse steeds in de onderste regionen probeerde te overleven. Dat zal dan zonder de naar LSC 1890 vertrekkende Ahmed Yousif moeten gebeuren en dat zal nog lastig genoeg worden, al is het niveau - en dat bleek in de duels met de beide promovendi i.c. Blue Boys en Tijnje - nu ook weer niet zo hoog dat een mooie afsluiting van honderd roemruchte jaren op voorhand al uitgesloten is. Jong LSC 1890
Vijfde klasse A - zaterdag Competitie: 6e plaats - 30 punten uit 24 duels Districtsbeker noord: uitgeschakeld in de poulefase 📸 s.v.c. L.S.C. 1890/Kim Kampman Fotografie
De sprong van Jong LSC 1890 in het diepe leek na een oefenwedstrijd tegen vierdeklasse SC Makkinga geen onverantwoord risico. De eerste twee bekerduels tegen Lions ’66 en Scharnegoutum ’70 deed de buitenwacht echter toch twijfelen, al mochten de in de vijfde klasse debuterende blauwhemden het klasseverschil wel als verzachtende omstandigheid aanvoeren. Toen er in de laatste poulewedstrijd tegen Nicator sprake was een “level playing field” bleek de toekomst toch niet zo somber en ging met een overtuigende 3-0 overwinning richting de competitie.
Voor die competitie deed Jong LSC 1890 aanvankelijk een greep in de voorraadkast met routine, maar daarmee kon men echter niet voorkomen dat het in de eerste drie wedstrijden vooral een kwestie van lege briefjes was. Die duels gingen namelijk alle drie verloren zonder dat de brigade van Dennis Betten, de Otto Rehagel van de Leeuwarderweg, ook maar één keer het net deed trillen. Dat gebeurde pas in speelronde vier en Benemedou Dembele viel de eer ten deel om als eerste doelpuntenmaker op de zaterdag in de historie te worden opgenomen, terwijl de overwinning op Bakhuizen als eerste zege dezelfde geschiedschrijving inging. Een week later bracht men titelkandidaat HJSC aan het wankelen en na een zege op SC Espel en remises tegen Hielpen en Arum was ook De Wâlde - de latere kampioen - er niet gerust op, waarna de Betten Babes de eerste seizoenshelft afsloten met een doelpuntrijke gelijkspel tegen Woudsend en een kleine, maar terechte nederlaag tegen SV Ens, dat toen nog volop in de titelstrijd verwikkeld was. Ondanks die wisselende resultaten bleek dat Jong LSC 1890 zich de wetten van de kelder inmiddels ak aardig eigen had gemaakt en dat zou in de tweede seizoenshelft toen men regelmatig een greep in de kist met jeugdig talent deed zijn vruchten afwerpen. In de eerste wedstrijd na de toespraak van scheidend voorzitter Henk Douwsma werd van Blokzijl gewonnen, al was het resultaat bescheiden en even bescheiden als het verlies in Oudemirdum. Vervolgens kroop men met twee overwinningen richting “the best of the rest”, waarna Jong LSC 1890 de spanning uit de heenwedstrijd tegen de Hommerts Jutrijper Sport Combinatie niet wist te herhalen. Vervolgens resulteerde het volgende kwartet duels in een oogst van acht punten en bewees De Wâlde aan de Leeuwarderweg dat men de terechte kampioen ging worden. De return tegen Woudsend was met vier-vier nog doelpuntrijker dan de heenwedstrijd en dat gold ook voor de thuisnederlaag tegen SV Ens (2-5) en voor de thuisoverwinning op Blokzijl (6-0 met een hattrick van Jan Wiebe Groninger). Met die laatste wedstrijd sloot Jong LSC 1890 het seizoen af en dat deed men in “die Tabelle” als nummer zes, een eindklassering die na de lege briefjes uit de eerste weken zeker tot tevredenheid stemde. Met de benoeming van Mayco Schulte als trainer-coach van Jong LSC 1890 wordt “de zaak” verder geprofessionaliseerd, al kan de communicatie eigenlijk niet beter. Niettemin schept de aanstelling verwachtingen en is de vraag opportuun, of men zich met weer een zesde plaats tevreden zal stellen. Aan de andere kant kan het weekendvoetbal van de grote jonguh’s ook tot gevolg hebben dat de inzet- en beschikbaarheid van spelers minder wordt omdat zij dienst bij de op zaterdag spelende zondagtak moeten doen. Als dat zo is, dan moeten we nog zien of de prestatie van de Sneker Rehagel komend seizoen wel verbeterd wordt. ONS Sneek o.23
1e klasse F - zaterdag Competitie najaarsreeks: 5e plaats - 17 punten uit 13 duels Competitie voorjaarsreeks: 6e plaats - 19 punten uit 14 duels 📸 c.v.v. O.N.S. Sneek
Het opleidingsteam van ONS Sneek kende een evenwichtig seizoen, want de prestaties in de najaars- en voorjaarsreeks waren nagenoeg identiek. In het najaar eindigde de o.23 van de Sneker eersteklasser met zeventien uit dertien op de vijfde stek en een maand of zes later bereikte men met negentien uit veertien de finishlijn als zesde.
ONS Sneek o.23 schoot in de najaarsreeks met twee ruime overwinningen als een komeet uit de startblokken en nadat men in speelronde met ruim verschil bij AFC ’34 verloor, leverde de thuiswedstrijd tegen Purmersteijn opnieuw drie punten en de status van kanshebber op. De ploeg van trainer Justin van der Dam wist die status in de daaropvolgend weken echter niet te behouden en proefde na de nederlagen tegen SC Buitenboys en RKVV DEM eerst op 15 oktober in de thuiswedstrijd tegen Huizen weer het zoet der overwinning. Vervolgens ging de return tegen AFC IJburg niet door - die wedstrijd zou uiteindelijk helemaal niet meer gespeeld worden - en gingen de door blessures en door “afdrachten” geplaagde oranjehemden drie keer op rij onderuit. Het herstel kwam na de intocht van Sinterklaas, toen men de toppers SC Buitenboys en RKVV DEM beide op 1-1 hield, waarna ONS Sneek o.23 de najaarsreeks in en tegen Huizen afsloot met een mooie overwinning. In het voorjaar scheen de zon aanvankelijk niet al te vaak voor de beloften van “South Park”. In de eerste acht duels vergaarden de Snekers middels een overwinning op en een gelijkspel bij Fortuna Wormerveer namelijk maar vier punten. Begin april begon echter de victorie, al was dat deze keer niet bij Alkmaar maar bij Purmerend. Vervolgens zette de formatie uit “Watergate City” met zeges op Always Forward, AVV Swift, SV Urk en opnieuw Always Forward een bijzonder fraaie serie neer. Daarmee liep ONS Sneek o.23 ver weg bij de plek die onder stroom stond, waarna de laatste wedstrijd tegen SC Buitenboys vanuit Sneker perspectief er één voor de statistieken was. De prestaties in de najaarsmarkt- en voorjaarsreeks leverde vijf spelers, te weten Simon Abrehaley, Lars van der Brug, Lennard Feenstra, Martijn de Rooij en Lars Wolke de A-status op, terwijl trainer Justin van der Dam werd beloond met een overstap naar de Academy van Cambuur. De hiervoor genoemde spelers mogen de komende twee seizoenen proberen om bij hoofdtrainer Arnoud Koster een basisplaats af te dwingen, iets wat in een aantal gevallen als een haalbaar verhaal moeten worden aangemerkt. Daarnaast is het niet uitgesloten dat een aantal komend seizoen nog een aantal keren hun opwachting in de o.23 maakt. Dat is waarschijnlijk nodig om de 0.23 opnieuw tot een levensvatbaar verhaal te maken. Daarnaast is uiteraard nieuw bloed nodig, terwijl de mogelijke ontwikkeling van “ut ouwe spul”, of met andere woorden van de spelers die bij de o.23 blijven, ook van belang is. Dat samen moet voldoende perspectief bieden om het niveau te behouden omdat de stap naar het eerste anders mogelijk te groot wordt. Indien dat uitzicht echter voldoende is, dan is ONS Sneek o.23 zo bewijst de overgang van het hiervoor genoemde vijftal, voor jonge spelers een prachtig podium om dromen waar te maken. |
Er werd nog op straat gevoetbald of in de hokjes van de veemarkt. Poten was het ritueel, waarbij de besten altijd als eerste werden gekozen. De politie die zo maar jouw moeizaam bijeen gespaarde leren voetbal van Janssen Sport in beslag nam. en lek stak. Pupillen die toen nog welpen heetten en alleen op zomeravonden tegen elkaar voetbalden. Elftalfoto's van ESSO en Panini-plaatjes werden verzameld en bij de sigarenzaak van Auke Modderman op de Oosterdiek stond, of de wedstrijd van jouw elftal was afgelast. Velen zullen zich die tijd van weleer herinneren. In die tijd waren drie corners nog gewoon een PENGEL
|
SOCIAL
|